Welkom op de website van Boersma's Drainage Bedrijf

Sleufloos of ketting

Wanneer sleufloos en wanneer met de ketting? Dat vroeg men zich begin jaren 60 ook af en ook nu laait de discussie weer op.

in de jaren 50 heeft men op verschillende plaatsen geprobeerd om met een molploeg plastic buizen in de grond te trekken. Een hogere werksnelheid en minder slijtage lagen hieraan ten grondslag.

De ontwatering bleef echter flink achter bij de toenmalige gebruikte kettinggravers.

Dit werd onder andere veroorzaakt door het dichtsmeren van de molgang vanwege de grotere gemonteerde mol . Er is namelijk meer ruimte nodig voor de buis welke hier doorheen gaat.

Onderzoek in Engeland toonde aan dat dit fenomeen zich ook voordeed bij sleufloze draineermachines met een zogenaamde woelpoot scheef dan wel recht gemonteerd op een frame. Het blijkt dat wanneer de ploeg-of drainagediepte dieper is dan de zogenaamde kritische diepte er versmering van de ondergrond optreedt ( de natuurlijke waterkanalen worden dichtgesmeerd).

De kritische diepte is wanneer de grond zich niet meer naar boven toe laat opbreken.

Deze wordt dan zijdelings naar buiten geperst waardoor versmering optreedt. Het probleem wordt groter wanner dit systeem wordt toegepast in “jongere”gronden zoals wij deze tegen komen in Nederland.

Dit was de reden dat de Hr. K Wilner in de jaren 70 de Deltaploeg ontwikkelde.

De Deltaploeg van de Hr. K Wilner is een V vormig woellichaam welke we tegenwoordig tegen komen op de sleufloze draineer- machines van nu.

Tijdens het draineren wordt de grond 20 tot 25cm opgelicht waarna deze weer op de inmiddels gelegde buis zakt.

Doordat de grond wordt opgelicht en niet samengeperst zoals bij de woelpoot treedt er minder versmering op en is een betere ontwatering het gevolg.

Ook de verzorging van de hoogteligging maakte hiermee een grote stap voorwaarts. Een V vormig woellichaam heeft immers een grotere stabiliteit dan een woelpoot.

Gebleken is echter dat in sommige gevallen de kettinggraver nog steeds de voorkeur geniet.

In sommige gronden bevinden zich zogenaamde storende lagen welke de ontwatering nadelig beïnvloedt ,ook in de ongerijpte klei en in leemhoudende grond geniet de kettinggraver de voorkeur. Al dan niet met sleufvulling.

Doordat de machines waarmee het land bewerkt wordt steeds zwaarder zijn geworden doet het probleem zich voor dat de natuurlijke watergangen verstoord zijn.

Ook hier kan de kettinggraver uitkomst bieden.

Grondboringen kunnen soms de uitslag geven.

Toen in de jaren 80 de sleufloze V-ploeg in Nederland zijn intrede deed dachten vele dat de kettinggraver op zijn retour was. Echter door heel Nederland is de kettinggraver bezig aan een sterke “comeback”.